woensdag 18 maart 2009

Lentekoken

De lente zit onmiskenbaar in de lucht. Tussen de zwarte olijven die nog aan de bomen hangen, begint schuchter de zachtgele bloesem te bloeien. De sinaasappel- en citroenbomen staan intussen ook al in bloei. Hun bloesem verspreidt een haast bedwelmende geur in de lentezon. Iets verderop in de tuin staan de artisjokkenplanten, die na de vorige oogst tot op de bodem gekortwiekt werden. De (te zachte) winter heeft hen al een flink eind doen opschieten ... ik hoop dat de eerste oogst niet te lang op zich zal laten wachten. Op de markt zijn de tuinboontjes en de eerste (zoete) doperwten al in de aanbieding. Die smaken overheerlijk met een likje jonge olijfolie van de laatste oogst en het jonge groen van de venkelplant..

Ondanks het feit dat in de natuur, op de markt en in de keuken een explosie van kleuren heerst, is de traditionele lentekeuken ook één van uiterste soberheid. De lente is namelijk het seizoen met de langste vastenperiode uit de orthodoxe kerk. Tijdens de vasten eten de (meeste) gelovigen immers geen vlees, noch zuivelproducten. Vis verschijnt wel op het menu. Op het feest van Maria Boodschap wordt in heel wat gezinnen de traditionele gezouten kabeljauw bakaliaros) nog steeds opgediend. De kabeljauw wordt eerst geweekt, en vervolgens door een beslag gehaald en gebakken. Dankzij de skordalia (een puree van look en aardappelen) krijgt dit vastengerecht een extra pittig accent. Ook op de vrijdagen tijdens de vastenperiode wordt vaak een ovengerecht bereid van bakaliaros met aardappelen en look. Zeker op palmzondag zal vis (gegrild, gebakken, of verwerkt tot pasarosoupa, vissoep) niet op het menu ontbreken. Tijdens de “megali evdomada” (de week voor pasen) wordt er zèlfs anno 2009 nog flink gevast. Wie de vastenregels de afgelopen weken overtreden heeft, zal nu vlees, vis en zuivelproducten van het menu schrappen. Na de kerkdienst op paaszaterdag wordt er traditioneel “kokoretsi” (een brochette van ingewanden) en “majiritsa” (een groentensoep met ingewanden) opgediend. Dit is het slachtafval (darmen, lever, longen, hart en milt) van de dieren die voor het feestmaal op paaszondag geslacht werden. Zondagmorgen worden in heel het land de barbecues aangestoken, waar het lams- en of geitenvlees langzaam zal garen. Rond 14 uur schuift iedereen aan tafel voor één van de langste eetfestijnen van het jaar.